Dwars door Vancouver

Vanmorgen zijn we eerst weer naar de waterkant gelopen om vanuit daar een aantal wijken van Vancouver te bezoeken. We beginnen in Gastown, een leuke wijk, wel toeristisch maar met leuke winkels en een aantal kunstgaleries. Vervolgens doorgelopen naar Japantown en Chinatown. Dit viel erg tegen, met name doordat de wijken enorm verpauperd zijn, er heel veel daklozen op straat rondhangen en je soms over de injectienaalden moest heen stappen. Zo heeft deze stad twee gezichten. Ook in eerdere plaatsen kwamen we daklozen op straat tegen, maar niet zoveel als hier.

’s Middags zijn we met de bus naar Granville Island gereden. Dit is een schiereiland, midden in de stad, waar vroeger industrie was gevestigd. De cementfabriek is nog steeds in bedrijf. De rest van het eiland is omgetoverd tot een gebied met een grote foodmarket, restaurants, pubs en er zijn ruimtes waar concerten worden gegeven. Vandaag waren er concerten van het Vancouver Jazzfestival. Een heel aangenaam sfeertje, beetje rondlopen en wat eten en drinken.

Bij de viswinkel in de foodmarket hebben we salmon-jerky gekocht. Dit is gedroogde, gerookte en gekruide zalm, in heel dunne repen. Er is ook beef jerky. Vroeger was dit de manier waarop de First Nations hun vlees en vis konden conserveren. In de vitrine lag ook een gestoomde hele makreel; ‘dutch style’ stond erbij.

Vanavond hebben we gegrilde kip gegeten. Erg lekker met frites en sla. De kip was een specialiteit van het restaurant.